woensdag 19 augustus 2015

Tentoonstelling: 'Omdat ik iets te zeggen had'

Tentoonstelling over Nederlandse schrijfsters uit de 19e eeuw.

Van 30 september tot 15 november wordt in het Letterkundig Museum en in de hal van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag een dubbel-tentoonstelling gehouden over 19e-eeuwse Nederlandse schrijfsters. De titel ervan is ontleend aan de Herinneringen (1928) van de uit Haarlem afkomstige auteur Amy de Leeuw (ps. Geertruida Carelsen 1843-1938).
Aan de hand van documenten uit het rijke archief van het Letterkundig Museum, uit de collecties van de Koninklijke Bibliotheek en uit enkele privécollecties, wordt in de portrettengalerij van het Museum een impressie gegeven van de activiteiten van een aantal schrijfsters uit de 19e eeuw, hun onderlinge connecties, hun contacten met mannelijke collega’s, critici, uitgevers, en de invloed die ze ondergingen van buitenlandse auteurs (m/v). Vier vitrines in de hal van de Koninklijke Bibliotheek tonen bijzondere boeken die de ambities van de schrijfsters verder illustreren. Bovendien doet ook het Haagse Damesleesmuseum mee, dat is opgericht door een aantal schrijfsters/lezeressen aan het eind van de 19e eeuw. Op zaterdagmiddagen kan in de “oude boekerij” van het DLM een aantal van de in de beginjaren aangeschafte boeken worden ingezien.
Er zijn handschriften, persoonlijke documenten en – soms bijzonder vorm gegeven – boeken te zien van de volgende auteurs: Juliana de Lannoy, Belle van Zuylen, Petronella Moens, Elisabeth Hasebroek, Geertruida Bosboom-Toussaint, A.S.C. Wallis, Elise van Calcar, Catharina van Rees, Amy de Leeuw, Nicolina Sloot, Johanna van Woude, Martha van Vloten, Augusta de Wit, Anna de Savornin Lohman, Anna van Gogh-Kaulbach, Christine Doorman, Nellie van Kol, Tine van Berken en Etha Fles. Het archiefmateriaal vormt een belangrijke aanvulling op wat grootschalig en computer-gestuurd onderzoek in bijvoorbeeld tijdschriften en bibliotheekinventarissen oplevert. Duidelijk blijkt het belang en de veelzijdigheid van de “vrouwelijke bijdrage”, en ook de noodzaak om de teksten zelf – hoe langer hoe meer toegankelijk via internet – in detail te bestuderen.

De tentoonstelling is voorbereid in samenwerking met een aantal vrijwilligers, die zich om diverse redenen in bovengenoemde schrijfsters hebben verdiept: Marianne van Arkel, Remco Bloem, Ineke van der Borg, Annemarie Doornbos, Marijke van Dorst, Sophia van Dijk, Ingeborg de Groot, Janouk de Groot, Suzette Haakma, Margriet Hoogendoorn, Guus Robroeks, Ellen Struick, Ans Veltman. De groep werd gecoördineerd door Wendela de Raat.

Tijdens de duur van de tentoonstelling worden er wekelijks activiteiten georganiseerd: lezingen, leesmiddagen en bezoeken aan het Damesleesmuseum. Nadere informatie hierover volgt.

Verdere informatie en toelichting is te vinden op de website van het Huygens ING.
De tentoonstelling is georganiseerd in het kader van het Europese HERA onderzoeksproject Travelling TexTs 1790-1914: The Transnational Reception of Women’s Writing at the Fringes of Europe (2013–2016).
Adressen:
Koninklijke Bibliotheek en Letterkundig Museum :
Prins Willem-Alexanderhof 5, Den Haag
 Damesleesmuseum:
Nassauplein 15, Den Haag
In 2016 zal de tentoonstelling – steeds in licht gewijzigde vorm – ook te zien zijn in :
Haarlem: Noord-Hollands Archief (februari-maart)
Amsterdam: Atria Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis (april)
Utrecht: Openbare Bibliotheek (oktober-november)
Er zal dan speciale aandacht zijn voor auteurs uit deze steden, en materiaal worden getoond uit deze archieven.